Maria Magdalena van Limburg-Stirum

Maria Magdalena van Limburg-Stirum
1632–1707
Gravin van Bronkhorst, vrouwe van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaandervrouwe van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen
Periode 1661–1707
Voorganger George Ernst van Limburg-Stirum
Opvolger Frederik Willem Adolf van Nassau-Siegen
Samen met Willem Maurits van Nassau-Siegen (1661–1691)
Frederik Willem Adolf van Nassau-Siegen (1691–1707)
Geboren 1632
Overleden 27 december 1707
Nassauischer Hof, Siegen
Vader George Ernst van Limburg-Stirum
Moeder Magdalena van Bentheim-Tecklenburg
Dynastie Huis Limburg-Stirum
Broers/zussen
Partner Hendrik van Nassau-Siegen
Kinderen Ernestina, Willem Maurits, Sophia Amalia, Frederik Hendrik

Het wapen van de graven van Limburg-Stirum

Gravin Maria Magdalena[noot 1] van Limburg-Stirum (1632[2][noot 2] – Nassauischer Hof, Siegen, 27 december 1707[2][noot 3]), Duits: Maria Magdalena Gräfin von Limburg-Stirum (officiële titels: Gräfin zu Limburg und Bronkhorst, Frau zu Stirum, Wisch und Borculo, Erbbannerfrau des Herzogtums Geldern und der Grafschaft Zutphen), was gravin van Bronkhorst, vrouwe van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaandervrouwe van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. Ze was in bezit van het goed Overhagen bij Velp. Door haar huwelijk met een graaf uit het Huis Nassau-Siegen, kwamen deze bezittingen in het bezit van deze zijtak van de Ottoonse Linie van het Huis Nassau.

Biografie

Maria Magdalena werd in 1632 geboren als dochter en enig kind van graaf George Ernst van Limburg-Stirum en zijn eerste echtgenote gravin Magdalena van Bentheim-Tecklenburg.[3] De exacte geboortedatum en de geboorteplaats van Maria Magdalena zijn onbekend. Als het enige kind van haar vader was Maria Magdalena erfdochter van het graafschap Bronkhorst en de heerlijkheden Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch.[4]

Graaf Hendrik van Nassau-Siegen, de echtgenoot van Maria Magdalena. Prent van Paulus Pontius naar een schilderij van Joannes Meyssens, Rijksmuseum Amsterdam.

Maria Magdalena huwde op Kasteel Wisch in Terborg op 19/29 april 1646[2][5][noot 4] met graaf Hendrik van Nassau-Siegen (Slot Siegen, 9 augustus 1611[5][noot 5] – Hulst, 27 oktober/7 november 1652[5][noot 6]), de vierde zoon van graaf Johan VII ‘de Middelste’ van Nassau-Siegen en diens tweede echtgenote hertogin Margaretha van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg.[6] Maria Magdalena's betovergrootmoeder gravin Maria van Nassau-Siegen was een jongere zuster van Hendriks overgrootvader graaf Willem I ‘de Rijke’ van Nassau-Siegen.

Hendrik werd op 27 november 1632 kapitein van een compagnie te voet in het Staatse leger. Op 2 januari 1636 werd hij luitenant-kolonel en op 23 maart 1647 kolonel van het Noordhollandse regiment. Op 20 april 1640 werd hij bovendien ritmeester.[7] In de Tachtigjarige Oorlog onderscheidde hij zich bij het Beleg van Gennep in 1641 en in het Rijk van Nijmegen.[8] Hij was sinds 1645 gouverneur van Hulst.[7][8][9]

De Republiek der Verenigde Nederlanden heeft herhaaldelijk een beroep op Hendrik gedaan voor diplomatieke missies.[7][8][10][11] In 1638 bracht hij in Parijs de gelukwensen van de Staten-Generaal over ter gelegenheid van de geboorte van de dauphin (de latere koning Lodewijk XIV),[10][12] en verzocht hij koning Lodewijk XIII namens prins Frederik Hendrik peter te staan bij de doop van diens zoon Hendrik Lodewijk.[9][12] In 1643 maakte Hendrik een reis naar Scandinavië. In februari woonde hij in Stockholm het huwelijk bij van graaf Oxenstierna (een neef van de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna).[11] Aan het hof van koningin Christina van Zweden ontmoette Hendrik zijn zuster Amalia en haar echtgenoot, veldmaarschalk Herman Wrangel af Salmis, gouverneur van Lijfland. Met een groot gevolg reisde Hendrik naar Danzig en Warschau en keerde via Wenen terug naar de Republiek. Het doel van deze diplomatieke reis is onbekend gebleven.[noot 7] Maar uit een brief is wel bekend dat koning Wladislaus IV van Polen, ondanks zijn wantrouwen jegens alles wat van prins Frederik Hendrik kwam, Hendrik graag aan zijn hof had gezien als Nederlandse gezant.[13]

In de strijd om het graafschap Nassau-Siegen had Johan Maurits, de oudste broer van Hendrik, na zijn terugkeer uit Brazilië, op 22 januari 1645 met zijn broers George Frederik en Hendrik en met 80 man gevolg met geweld Slot Siegen bezet, en had op 15 februari de hernieuwde huldiging van de burgers van de stad Siegen ontvangen, zij het ditmaal slechts voor twee derde van het graafschap.[14] Johan Maurits wilde zich, om een einde te maken aan het voortdurende geruzie, strikt houden aan het testament van zijn vader uit 1621 en zijn neef Johan Frans Desideratus het hem toekomende derde deel laten. Reeds voor zijn vertrek naar Brazilië had Johan Maurits zijn onderdanen op 25 oktober 1635 uitdrukkelijk gemachtigd zijn toen nog levende oudste halfbroer Johan VIII ‘de Jongere’ als medelandsheer te erkennen.[15] In 1645 deed Johan Maurits afstand van zijn rechten op het ambt Freudenberg, verleend bij het testament uit 1621, ten gunste van zijn broer George Frederik.[16] Johan Frans Desideratus had in Wenen bij de keizer geen succes, en twee jaar later bekrachtigde keizer Ferdinand III tijdens het Congres van Westfalen het zo heftig betwiste testament van Johan ‘de Middelste’ uit 1621. Daarmee bleef voor Johan Frans Desideratus alleen het katholieke derde deel over, dat nu nog bekend staat als Johannland. De beide andere derde delen verenigde Johan Maurits in zijn hand, omdat zijn broer Willem al was overleden en hem zijn derde deel had nagelaten,[15] en George Frederik in 1649 al zijn rechten aan Johan Maurits afstond. Het was dus deze laatste die het ambt Freudenberg bleef beheren.[16][17]

In 1649 ondernam Hendrik nogmaals een reis naar de Noordse landen, waarvan het doel eveneens onbekend gebleven is.[13] Deze reis leverde hem de hoge onderscheiding van de Deense Orde van de Olifant op.[5][7][13][18] De later beroemde wetenschapper en uitvinder Christiaan Huygens, wiens kennis van het recht in de ‘Deensche saecke’ van nut zou zijn voor Hendrik, vergezelde hem als geheimschrijver. De Deens-Noorse koningin Sophia Amalia nam het peterschap op zich van Hendriks in 1650 geboren dochter Sophia Amalia.[13]

Hendrik overleed op 27 oktober/7 november 1652 in Hulst. Hij werd begraven in Terborg.[5] Op 17 juli 1669[5][noot 8] werd hij herbegraven in de Fürstengruft in Siegen.[5][10][18]

Na het overlijden van Maria Magdalena's moeder in 1649 hertrouwde haar vader op Kasteel Wisch in Terborg op 13 januari 1656 met gravin Sophia Margaretha van Nassau-Siegen (Slot Siegen, 16 april 1610 – Kasteel Wisch, Terborg, 8/18 mei 1665), een oudere zuster van Maria Magdalena's echtgenoot.[19] Dat huwelijk bleef kinderloos. Na het overlijden van haar vader in september 1661 volgde Maria Magdalena hem op als gravin van Bronkhorst, vrouwe van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaandervrouwe van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. Zodoende kwamen deze bezittingen in het bezit van het Huis Nassau.[4]

Maria Magdalena overleed op 27 december 1707 in de Nassauischer Hof in Siegen. Ze werd op 29 december[1][2] begraven in de Fürstengruft aldaar.[1][2][4]

Kinderen

Kasteel Wisch in Terborg.

Uit het huwelijk van Maria Magdalena en Hendrik werden de volgende kinderen geboren:[7][20][21]

  1. Ernestina (Kasteel Wisch, Terborg, 15 november 1647[noot 9] – Hulst, oktober 1652[noot 10]).
  2. Willem Maurits (Kasteel Wisch, Terborg, 18/28 januari 1649[noot 11] – Nassauischer Hof, Siegen, 23 januari 1691Jul.[noot 12]), volgde in 1679 zijn oom Johan Maurits op als vorst van Nassau-Siegen. Huwde op Slot Schaumburg op 6 februari 1678Jul.[noot 13] met prinses Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg (Slot Schaumburg, 20 mei 1665Jul.[noot 14] – Nassauischer Hof, Siegen, 21 februari 1732[noot 15]).
  3. Sophia Amalia (Kasteel Wisch, Terborg, 10 januari 1650Jul.[noot 16]Mitau, 15/25 november 1688[noot 17]), huwde in Den Haag op 5 oktober 1675Greg.[noot 18] met hertog Frederik Casimir van Koerland (6 juli 1650 – 22 januari 1698).
  4. Frederik Hendrik[noot 19] (Kasteel Wisch, Terborg, 11 november 1651[noot 20] – Roermond, 4 september 1676[noot 21]), was kolonel in het Staatse leger.

De zoons Willem Maurits en Frederik Hendrik werden na het overlijden van hun vader door hun oom Johan Maurits van Nassau-Siegen geadopteerd.[10][26] Willem Maurits, Sophia Amalia en Frederik Hendrik werden in 1664 verheven tot prins(es).[27][noot 22]

Voorouders

Voorouders van Maria Magdalena van Limburg-Stirum
Betovergrootouders George van Limburg-Stirum
(ca. 1500–1552)
⚭ 1539
Ermgard van Wisch
(1520–1587)
Jobst II van Hoya
(1493–1545)
⚭ ?
Anna Magdalena van Gleichen
(?–1545)
Jobst I van Holstein-Schauenburg-Pinneberg
(1483–1531)
⚭ 1506
Maria van Nassau-Siegen
(1491–1547)
Ernst I ‘de Belijder’ van Brunswijk-Lüneburg
(1497–1546)
⚭ 1528
Sophia van Mecklenburg-Schwerin
(1508–1541)
Arnold II van Bentheim-Steinfurt
(?–1544)
⚭ ?
Walburga van Brederode-Nieuwenaar
(?–?)
Koenraad van Tecklenburg-Schwerin
(1501–1557)
⚭ 1527
Mechtild van Hessen
(ca. 1490–1558)
Gumprecht I van Nieuwenaar-Alpen
(1465–1504)
⚭ 1490
Amalia van Wertheim
(1460–1532)
Wirich V van Daun-Falkenstein
(ca. 1473–1546)
⚭ 1505
Irmgard van Sayn
(?–1551)
Overgrootouders Herman George van Limburg-Stirum
(1540–1574)
⚭ 1557
Maria van Hoya
(1534–1612)
Otto IV van Holstein-Schauenburg-Pinneberg
(ca. 1517–1576)
⚭ 1558
Elisabeth Ursula van Brunswijk-Lüneburg
(1539–1586)
Eberwin III van Bentheim-Steinfurt
(1536–1562)
⚭ 1553
Anna van Tecklenburg-Schwerin
(1532–1582)
Gumprecht II van Nieuwenaar-Alpen
(ca. 1503–1555)
⚭ 1542
Amöna van Daun-Falkenstein
(ca. 1520–ca. 1582)
Grootouders Joost van Limburg-Stirum
(1560–1621)
⚭ 1591
Maria van Holstein-Schauenburg-Pinneberg
(1559–1616)
Arnold II van Bentheim-Tecklenburg
(1554–1606)
⚭ 1573
Magdalena van Nieuwenaar-Alpen
(1553–1627)
Ouders George Ernst van Limburg-Stirum
(1593–1661)
⚭ 1631
Magdalena van Bentheim-Tecklenburg
(1591–1649)

Externe links

  • (en) Nassau op: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
  • (en) Nassau Part 5 op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
Bronnen, noten en/of referenties
  • (de) Aßmann, Helmut, Menk, Friedhelm (1996). Auf den Spuren von Nassau und Oranien in Siegen. Gesellschaft für Stadtmarketing Siegen e.V., Siegen.
  • (nl) Blok, P.J., ʻFrederik Hendrik, Friedrich Heinrichʼ in: Molhuysen, P.C. en Blok, P.J. (redactie), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Eerste deel, A.W. Sijthoff, Leiden (1911), p. 902.
  • (nl) Blok, P.J., ʻHendrik, Heinrichʼ in: Molhuysen, P.C. en Blok, P.J. (redactie), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Eerste deel, A.W. Sijthoff, Leiden (1911), p. 1075-1076.
  • (nl) Blok, P.J., ʻWillem Maurits, Wilhelm Moritzʼ in: Molhuysen, P.C. en Blok, P.J. (redactie), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Eerste deel, A.W. Sijthoff, Leiden (1911), p. 1578.
  • (de) Dek, A.W.E. (1962). Graf Johann der Mittlere von Nassau-Siegen und seine 25 Kinder. Krips Repro, Rijswijk.
  • Dek, A.W.E. (1968). De afstammelingen van Juliana van Stolberg tot aan het jaar van de Vrede van Münster. Spiegel der Historie. Maandblad voor de geschiedenis der Nederlanden 1968 (7/8): 288-303
  • Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
  • (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
  • Kooijmans, Luuc (2000). Liefde in opdracht. Het hofleven van Willem Frederik van Nassau. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam. ISBN 90-351-2201-1.
  • (de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
  • (de) Lück, Alfred, Wunderlich, Hermann (1956). Die Fürstengruft zu Siegen. Verkehrsverein Siegen e.V., Siegen [1952].
  • (de) Menk, Friedhelm, ʻJohann der Mittlere, Graf zu Nassau-Siegen (1561–1623) und seine zweite Gemahlinʼ in: Siegerland, Band XLIV, Heft 1, Siegen (1967), p. 1-28.
  • (de) Menk, Friedhelm, ʻWilhelm Graf zu Nassau-Siegen (1592–1642)ʼ in: Siegerland, Band XLIV, Heft 2, Siegen (1967), p. 53-59.
  • (de) Menk, Friedhelm (1971). Quellen zur Geschichte des Siegerlandes im niederländischen königlichen Hausarchiv. Stadt Siegen/Forschungsstelle Siegerland, Siegen.
  • (de) Menk, Friedhelm, ʻJohann Moritz Fürst zu Nassau-Siegenʼ in: Siegerland, Band LVI, Heft 1-2, Siegen (1979), p. 1 e.v.
  • (de) Menk, Friedhelm, ʻDie Fürstengruft zu Siegen und die darin von 1669 bis 1781 erfolgten Beisetzungenʼ in: Burwitz, Ludwig u.a. (Redaktion), Siegener Beiträge. Jahrbuch für regionale Geschichte 9, Geschichtswerkstatt Siegen – Arbeitskreis für Regionalgeschichte e.V., Siegen (2004), p. 183-202.
  • (de) Neander, Irene, ʻFriedrich Kasimir Kettlerʼ in: Neue Deutsche Biographie Band 5, Duncker & Humblot, Berlin (1961), p. 513-514. ISBN 3-428-00186-9.
  • (de) Schiemann, Theodor, ʻFriedrich Casimir Kettlerʼ in: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 15, Duncker & Humblot, Leipzig (1882), p. 685-688.
  • (de) Spielmann, Christian (1909). Geschichte von Nassau (Land und Haus) von den ältesten Zeiten bis zur Gegenwart. Teil 1. Politische Geschichten. P. Plauen, Wiesbaden.
  • Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.

Voetnoten

  1. Europäische Stammtafeln noemt haar Maria Elisabeth. We vonden daarentegen Maria Magdalena in de Geschiedenis van de Graven van Limburg-Stirum band III, 1, 9, hetgeen wordt bevestigd door de kennisgeving van overlijden: «Maria Magdalena».”[1]
  2. Geschiedenis der Graven van Limburg Stirum plaatst de geboorte rond 1632.”[1]
  3. “Zie de parochieregisters van Siegen. Begrafenis op de 29e in de vorstelijke crypte. Een kennisgeving d.d. Siegen 27 december 1707 (Staatsarchief Wiesbaden 130II, 2380IIIc) zegt dat ze overleed «heute Nachmittag zwischen 1 u. 2 Uhren». Een identieke kennisgeving wordt bewaard in het Staatsarchief Marburg (4f. Nassau-Siegen, Nr. 241).”[1]
  4. “Op 9‑3‑1646 in Europäische Stammtafeln I, 117 en IV, 39. Op 19‑4‑1646 in Geschiedenis der Graven van Limburg Stirum band III, 1, 9 met vermelding van de plaats «Terborg». Op 29‑4‑1646 in het Genealogisches Handbuch des Adels XXXIII, 51. 9‑3‑1646, is de datum van de ondertekening van het huwelijkscontract (zie Menk (1967), p. 2). Hoewel een kennisgeving aan de vorsten van Holstein werd verzonden waarin zij werden uitgenodigd voor de ceremonie op 15/25 april, moet worden toegegeven dat deze werd uitgesteld tot 19/29 april (zie de huwelijksregisters van Terborg, en Menk (1967), p. 2). In het archief van de vorsten van Wittgenstein in Laasphe (F., 320III) bevindt zich ook een ontwerp van een felicitatiebrief aan graaf Hendrik van Nassau-Siegen ter gelegenheid van zijn huwelijk op 19/29 april, aangekondigd op 16/26 maart.”[1]
  5. “Vanuit Siegen, op 9‑8‑1611, geeft Johan ‘de Middelste’ kennis van de geboorte van een zoon «heute zwischen vier und fünf Uhren vormittags». Zie Staatsarchief Marburg (115, Waldeck 2, Nassau 337). Zie ook een brief van Johan ‘de Middelste’ gedateerd Siegen 16‑8‑1611: «den 9. dieses» (Staatsarchief Wiesbaden 170III, Korrespondenzen) en, onder hetzelfde nummer: «Ordnung für den Ablaufder Kindtaufe auf dem Schloss (zu Siegen) Heinrich Gf. zu Nassau» (geboren in Siegen 9‑8‑1611, ged. Siegen, 29 sept. 1611), Siegen, 29‑9‑1611.”[1]
  6. “De genealogen zeggen meestal dat hij overleed op 27‑10‑1652. Er is echter een kennisgeving in het Staatsarchief Marburg (115, Waldeck 2, Nassau 339) gedateerd 7 november 1652. Vanuit Hulst geeft Maria Magdalena gravin van Nassau-Siegen kennis van het overlijden van haar echtgenoot, dat heeft plaatsgevonden «heute morgen umb 4 Uhren».”[1]
  7. Blok (1911), p. 1075 spreekt dan ook van een geheimzinnige reis naar de Noordse rijken, Polen en Oostenrijk.
  8. Lück & Wunderlich (1956), p. 27 vermelden echter de datum 19 juli 1669.
  9. “Doopregister van de Gereformeerde Kerk in Terborg: geboren op 15‑11, ’s morgens om elf uur.”[22]
  10. “Zie Koninklijk Huisarchief IV/1512. De kennisgeving is op 10‑10‑1652 vanuit Hulst naar Mengerskirchen gestuurd, waar zij op 29‑10‑1652 werd ontvangen: «im 5 Jahr ihrer blühenden Jugend … im verwichenen Montage abends umb 7 Uhr». Als de brief, geschreven op 10 oktober, gedateerd is in de oude stijl, valt de «verwichene Montag» op 4 oktober. Maar het was de nieuwe stijl die in Hulst werd gebruikt. Verder is de brief gericht aan Johan Lodewijk, regerend vorst van Nassau-Hadamar, die tot de katholieke godsdienst behoorde. Dit is een reden te meer om aan te nemen dat de brief is gedateerd in de nieuwe stijl en dat Ernestina is overleden op maandag 7 oktober 1652, nieuwe stijl.”[22]
  11. “Zie het doopregister van Terborg: de 18e, om drie uur ’s middags.”[22]
  12. “Zie kennisgeving van overlijden (Staatsarchief Marburg 115, Waldeck, 2, Nassau, 339) uit Siegen 24‑1‑1691: «gestern Freytag den 23. dieses (dus oude stijl) abendts zwischen 5 und 6 Uhren».”[22]
  13. “In de parochieregisters van Terborg staat dat het huwelijk plaatsvond in Schaumburg («in arce Schaumburgenei»). Zie de huwelijksaankondiging (Staatsarchief Marburg 4f, Nassau-Siegen, 203) te Schaumburg 10‑2 oude stijl: «den 6 dieses … das fürstl. Beylager gehalten». Dek (1962) en Europäische Stammtafeln vermelden 6‑1‑1678; dat is de verlovingsdatum (zie de kennisgeving in Staatsarchie Marburg 4f, Nassau-Siegen 203). Dek (1970) geeft niet langer een plaats en huwelijksdatum, maar vermeldt slechts dat de afkondiging is gedaan te Lichtenvoorde op 3‑2‑1678.”[22]
  14. “Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III) verschillende kennisgevingen van geboorte gedateerd Schaumburg 21/31 mei 1662: «gestern den 20/30ten diesses, des Abends zwischen 8 und 9 Uhren».”[23]
  15. “Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III) kennisgeving van overlijden gedateerd Siegen 23‑2‑1732: «vorgestern Mittag zwischen 11 und 12 Uhren in dem 70ten Jahres ihres Alters». Zie ook de parochieregisters van Siegen. Europäische Stammtafeln I, 117 en 118 geeft respectievelijk de gefantaseerde data 21‑2‑1714 en 19‑10‑1714.”[23]
  16. “Zie de parochieregisters van Terborg: de 10e om half acht ’s avonds. Zie de kennisgeving van de geboorte in het archief van Kopenhagen (Tyske Kanc UA, N.-Siegen A I, 1) van Terborg 11/21‑1‑1650: «gestern abend zwischen sieben und acht Uhren». Europäische Stammtafeln I, 117 zegt geboren op 20‑2‑1650.”[22]
  17. “Zie kennisgeving van overlijden (Staatsarchief Marburg 4f, Kurland Nr. 8). Uit Mitau, 26‑11‑1688: «Gestern Morgens umb acht Uhren nachdem Ihro Lbd. zwey Tage nach ihrer Entbindung mit grosser Schwachheit gefallen». Zie Koninklijk Huisarchief IV/1514: «Bericht über Entbindung der Sophia Amalia Fürstin zu Nassau Siegen, verm. Herzg. zu Kurland von einer Tochter am 5/15 November … und der bald darauf am 15/25 November, des Morgens um 8 Uhr, erfolgte Ableben der Kindbetterin, deren Leichnam am 16/26 Dezember des Abends am 7 Uhr in die reformierte Kirche zu Mitau überführt wurde». Volgens Europäische Stammtafeln en Dek (1970) vond het overlijden plaats op 25‑12‑1688.”[24]
  18. “Zie KHA IV/1513. Volgens dit document werd het huwelijkscontract op 27‑9‑1678 in Den Haag ondertekend. Een ander exemplaar van het contract dat op dezelfde dag werd ondertekend, maar dan in Mitau, is te vinden in het archief van de vorsten van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein in Schloss Wittgenstein in Laasphe, Urk. 187 XXXXVI. Daarin staat dat het huwelijk (Beilager) werd voltrokken in Den Haag op 5 oktober (nieuwe stijl) 1675.”[25]
  19. De voornaam Frédéric bij Huberty, et al. (1981), p. 274. De voornaam Friedrich Heinrich bij Menk (2004), p. 192, Lück (1981), p. 113 en Lück & Wunderlich (1956), p. 134. De voornaam Frederik Hendrik bij Dek (1970), p. 96 en Vorsterman van Oyen (1882), p. 127. De voornaam Frederik Hendrik/Friedrich Heinrich bij Blok (1911), p. 902.
  20. “Zie de parochieregisters van Terborg. Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III), twee kennisgevingen van geboorte gedateerd Terborg 15‑11‑1651: «uff vergangenen Martini, welcher war den 11ten Novemb.».”[25]
  21. “Staatsarchief Wiesbaden (170III), verschillende kennisgevingen van overlijden, waarvan ten minste twee, gedateerd Kleef 9‑9‑1676, zeggen «am 4. dieses, abents um 7 Uhr zu Roeremondi». Dek (1970) zegt dat hij sneuvelde op het slagveld «sneuvelde bij Roermond», wat nauwelijks overeenkomt met de uitdrukkingen in de kennisgevingen van overlijden: «durch einen sanften und seligen Tod» en «nach ausgestandener schwerer Kranckheit». De datum 25‑8 (ook gevonden in Europäische Stammtafeln) moet overeenkomen met de oude stijl. Moet er dus staan: overleden 4‑9‑1676, nieuwe stijl?”[25]
  22. “Zie Dek (1962), p. 92.”[22]

Referenties

  1. a b c d e f g h Huberty, et al. (1981), p. 254.
  2. a b c d e Menk (2004), p. 197.
  3. Alle bronnen die haar ouders vermelden, noemen deze ouders, met dien verstande dat ze de naam van de moeder verkorten tot Magdalena van Bentheim.
  4. a b c Lück & Wunderlich (1956), p. 34.
  5. a b c d e f g Menk (2004), p. 191.
  6. Alle bronnen die beide ouders vermelden, noemen deze ouders.
  7. a b c d e Dek (1970), p. 96.
  8. a b c Dek (1968), p. 249.
  9. a b Blok (1911), p. 1075.
  10. a b c d Aβmann & Menk (1996).
  11. a b Lück (1981), p. 114.
  12. a b Lück (1981), p. 113.
  13. a b c d Lück (1981), p. 116.
  14. Lück (1981), p. 129-130.
  15. a b Lück (1981), p. 130.
  16. a b Huberty, et al. (1981), p. 252.
  17. Menk (1979), p. 7-8.
  18. a b Lück & Wunderlich (1956), p. 33.
  19. Huberty, et al. (1981), p. 235.
  20. Huberty, et al. (1981), p. 273-274.
  21. Vorsterman van Oyen (1882), p. 127.
  22. a b c d e f g Huberty, et al. (1981), p. 290.
  23. a b Huberty, et al. (1981), p. 344.
  24. Huberty, et al. (1981), p. 290-291.
  25. a b c Huberty, et al. (1981), p. 291.
  26. Lück (1981), p. 113, 116.
  27. Huberty, et al. (1981), p. 2273.