Lucius Cornelius Lentulus Crus

Lucius Cornelius Lentulus Crus (98 v.Chr.[1] - 48 v.Chr.) was een Romeins politicus. In 49 v.Chr. was hij consul[2], samen met Claudius Marcellus. Cornelius Lentulus behoorde tot de gens Cornelia, een van de belangrijkste patricische geslachten.

Voor de Burgeroorlog

Lentulus wordt in 98 v.Chr. geboren in de gens Cornelia als tweede zoon van een zekere Publius. Hij zou volgens sommige bronnen de jongere broer geweest zijn van Publius Cornelius Lentulus Spinther.[3][4] In de familie van de Cornelii Lentuli waren er veel succesvolle voorouders van Lentulus. In zijn jongere jaren vocht hij samen met Lentulus Spinther onder Gnaeus Pompeius Magnus tegen de rebellerende Sertorius in Hispania.[5] Later zou hij ook 2 zonen gekregen hebben, waarvan er één Lucius Cornelius Lentulus Cruscellio werd genaamd.[6]

In 61 v.Chr. was Lentulus, samen met 2 andere Cornelii Lentuli, de voornaamste aanklager in het proces tegen Publius Clodius Pulcher,[7] die een jaar eerder tijdens het Bona Dea-festival als vrouw verkleed Caesars huis was binnengedrongen, vermoedelijk om Caesars vrouw Pompeia Sulla te ontmoeten.[8]

Aanloop naar de burgeroorlog

In de jaren voor de burgeroorlog ontstond er in de Romeinse politiek een schisma waarbij aan de ene zijde de populares, onder leiding van Caesar, en aan de andere zijde de optimates, onder leiding van Pompeius kwamen te staan. Lentulus zou naar de zijde van Pompeius evolueren[9][10] omdat hij doorheen zijn politieke carrière schulden had opgebouwd, die hij zou kunnen terugbetalen met een gouverneurschap van een provincie die hem door Pompeius was beloofd.[11] In 58 v.Chr. werd hij tot praetor verkozen en in 49 v.Chr. werd hij consul samen met Gaius Claudius Marcellus Maior. Bij zijn consulverkiezing had hij Servius Sulpicius Galba, die als kandidaat van Caesar naar voor was geschoven, verslagen. Vanaf het moment van zijn aanstelling ijverde Lentulus voor een onmiddellijke confrontatie met Caesar die toen de functie van proconsul had.

Burgeroorlog

Tijdens de burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar stond hij dan ook aan de zijde van Pompeius en kort voordat Caesar Rome kon binnentrekken, wist Lentulus met een sluwe zet de staatsschat buiten Rome te brengen.[12] Daarna verzamelden alle bondgenoten van Pompeius in Capua, waar Lentulus nog probeerde de gladiatoren tegen Caesar op te zetten. Vervolgens werd Lentulus de opdracht gegeven om in Asia minor 2 legioenen te ronselen, waar hij dan ook in slaagde. Deze troepen kon hij nog snel bij het leger van Pompeius brengen in Thessaloniki, waar deze overwinterde.[13] Kort voor de slag bij Dyrrhachium voerde hij nog geheime onderhandelingen met Caesar via Lucius Cornelius Balbus (minor).[14] Na de nederlaag van Pompeius in de slag bij Pharsalus vluchtte Lentulus via Rhodos en Cyprus naar Egypte. Hij arriveerde in Pelusium de dag nadat Pompeius in opdracht van farao Ptolemaeus XIII was vermoord.[15] Lentulus werd gevangengezet en korte tijd later terechtgesteld.[16]

Antieke bronvermeldingen

N.B.: Volledigheid is niet nagestreefd.

  • Ant. 5.5
  • App. BC 2.33,36-37 en 39; 2.76.316
  • Bell. Alex. 68.2
  • Caes. BC 1.1-6, passim, esp. 1.4-6,14,24; 3.4.1; 3.96.1; 3.104.3
  • Chr.354
  • Cic. Fam. 7.3.1, 16.11.3 ; 6.21,1 ;10.32,3; 8.4.1
  • Cic. QF. 1.2.16
  • Cic. Pis. 77
  • Cic. Phil. 2.51
  • Cic. Har. Resp. 37
  • Cic. Att. 7.12-9.9, passim, esp. 7.21, en 24; 8.12A, 15.3.1 ; 8.9.4, en 11.5; 9.6.1; 9.7.b2 ;11.6.6
  • Dio 41.1,3,6 en 12; 41.43
  • Eutrop. 6.18.2-3
  • Fast Cap. , Degrassi 56f. 132,496f
  • Flor. 2.13.15
  • Hirt. in Caes. BG 8.50.4
  • Joseph. AJ 14.228,232,234,236 en 238
  • Lucan 2.645-649; 5.16 ; 5.17ff ; 7.217f.A
  • Oros. 6.15.2 en 4
  • Petron. 124, lines 288-289
  • Plut. Caes. 29-31, 33.4, 34.1, 35.1
  • Plut. Pomp. 59, en 61-62
  • Schol. Bob. 89 Stangl
  • Suet. Iul. 29.2, en 34.1
  • Vell.2.49.1-50.2, 51.3 en 53.1
  • Vgl. 1,4,2
Bronnen, noten en/of referenties
  1. C. Settipani, Continuité gentilice et continuité familiale dans les familles sénatoriales romaines: mythe et réalité. Oxford, 2000, p64.
  2. Julius Caesar - De burgeroorlog (Commentarii de bello civili) 1.4-5 (Engelse vertaling)
  3. T.R.S. Broughton, The magistrates of the Roman Republic (vol III, supplement). Atlanta, American Philological association , 1986, p.67.
  4. Friedrich Münzer, “L. Cornelius Lentulus Crus”, G. Wissowa ea., Paulys Realenencyclopädie der classischen Altertumswissenschaft. Reihe I. 4, Stuttgart & München, 1958-1978, pp. 1381-1384.
  5. H.G. Gundel, “L. Cornelius L. Crus”, K. Ziegler & W. Sontheimer & H Gärtner (dir.), Der kleine Pauly. Lexikon der Antike. Auf der Grundlage von Pauly’s Realenencyclopädie der classischen Altertumswissenschaft. 3, Stuttgart, 1969, p. 559.
  6. C. Settipani, Continuité gentilice et continuité familiale dans les familles sénatoriales romaines: mythe et réalité. Oxford, 2000, p64.
  7. Hendrik H. J. Brouwer - Bona Dea: The Sources and a Description of the Cult, blz. 155 (Brill, 1989, ISBN 9004086064, ISBN 9789004086067) [1]
  8. Plutarchus - Parallelle levens (Bioi Paralleloi) Julius Caesar 9-10 (Nederlandse vertaling). Gearchiveerd op 25 juni 2021.
  9. D.R. Shackleton Bailey, “The Roman nobility in the second Civil war”, in: The Classical Quarterly. 10 (2), 1960, pp. 253-267.
  10. E.S. Gruen, “Pompey, the Roman aristocracy and the conference of Luca”, in: Historia, Zeitschrift für alte Geschichte. 18, 1969, pp.71-108.
  11. I. Schatzman, Senatorial Wealth and Roman politics. Brussel, 1975, pp. 188; 226; 228; 329; 333-334.
  12. L. De Libero, “Der Raub des Staatsschatzes durch Caesar”,in: Klio, Beiträge zur alten Geschichte. 80, 1998, pp. 118-123.
  13. M.R.R. “C. Lentulus Crus, L.”, H. Cancik & H. Schneider & M. Landfester (eds.), Der neue pauly, Enzyklopädie der Antike. 3, Stuttgart, 1997, p175.
  14. Velleius Paterculus - Romeinse geschiedenis (Historia Romana) 2.51.3 (Engelse vertaling)
  15. Plutarchus - Parallelle levens Pompeius 80.4 (Engelse vertaling)
  16. Julius Caesar - De burgeroorlog 3.104 (Engelse vertaling)