Hertogdom Siewierz

Księstwo siewierskie
Onderdeel van het Koninkrijk Polen
← Hertogdom Bytom 1312 – 1443 Prinsbisdom Siewierz →
Wapen van het hertogdom Siewierz
Kaart
Algemene gegevens
Hoofdstad Siewierz
Talen Pools, Tsjechisch, Duits
Religie(s) Rooms-katholiek
Regering
Regeringsvorm Hertogdom
Dynastie Piasten
Staatshoofd Hertog
Geschiedenis
- Ontstaan 1312
- Verkocht aan Zbigniew Oleśnicki 1443
Het kasteel van Siewierz

Het hertogdom Siewierz was een hertogdom in Silezië, dat bestond van 1312 tot 1443 onder de heerschappij van de Silezische Piasten. Het gebied is in 1443 door Zbigniew Oleśnicki gekocht en werd daarmee een prinsbisdom.

Geschiedenis

Het hertogdom ontstond in 1312 met de benoeming van Mieszko van Bytom door zijn vader Casimir van Bytom als hertog van Siewierz. Deze titel ging over op zijn broer broer Wladislaus van Bytom, die in 1337 werd opgevolgd door Casimir I van Teschen.[1] Het 13e-eeuwse kasteel van Siewierz was een belangrijke verdedigingswerk in het hertogdom.[2]

Casimir III van Polen verklaarde in 1338 de zogeheten wetten van Silezië nietig en besloot om drie Silezische hertogdommen in het verenigd Polen te behouden: Siewierz, Zator en Oswiecim.[3]

De Teschens bleven 4 generaties lang de heersers van Siewierz. Wenceslaus I van Teschen moest zijn hertogschap met zijn drie broers delen, maar was vanaf 1443 alleenheerser.[4] Echter was de hertog dat jaar genoodzaakt om Siewierz voor 6000 zilveren groats aan Zbigniew Oleśnicki te verkopen. Door deze aankoop kwam het hertogdom onder het gezag van het bisdom Krakau te staan.[2][5]

Lijst van heersers

Bronnen, noten en/of referenties
Bronnen
  • (en) Davies, N., God's Playground A History of Poland: Volume 1: The Origins to 1795 (2015)
  • (pl) Kalinowski, P., Monety książąt cieszyńskich (2011)
  • (en) Koter, M.; Heffner, K., Borderlands or transborder regions: geographical, social and political problems (1998)
  • (en) Bujak, A.; Szczuckam A., Zamki w Polsce (1994)
  • (pl) Nowakowski, A., Dzieje ustroju i prawa księstwa siewierskiego (1992)
Noten
  1. Nowakowski 1992, blz. 18
  2. a b Bujak; Szczuckam 1994, blz. 79
  3. Koter; Heffner 1998, blz. 222
  4. Kalinowski 2011, blz. 8
  5. Davies 2015, blz. 174